George Clifford
Herbarium
(1685 - 1760)

ornamenten

introductie
collecties
Clifford
Linnaeus
Hortus Cliffortianus
ornamenten
literatuur
wie is wie
links
dank
Switch language
Korte geschiedenis van herbariumvellen
Het onstaan van ornamenten
De gebruikers van ornamenten
Hoe werden ornamenten gemaakt en gebruikt?

Korte geschiedenis van herbariumvellen
De techniek om planten als gedroogde referentie-exemplaren in herbaria te bewaren ontstond in Toscane in de 16e eeuw. Luca Ghini (1500-1566) introduceerde dit gebruik bij zijn studenten aan de Universiteit te Bologna. Het maken van herbarium exemplaren op zich was van een veel oudere tijd. Het oudste exemplaar is vermoedelijk een exemplaar van een olijfboom (Olea europaea) afkomstig uit een Egyptische piramide uit de tijd van Ptolomeus (vanaf 305 BC), zie hiernaast. Dit exemplaar bevindt zich momenteel in het herbarium van de Royal Botanical Garden, Kew. Om dit exemplaar groter te zien, klik hier.
Aanvankelijk waren herbaria ingebonden boeken, zoals dat van Rauwwolf (1565) in het Nationaal Herbarium, afdeling Leiden of het oudste herbarium uit het Nederlandse taalgebied, dat van Petrus Cadé (1655) bij de Utrechtse vestiging.
> naar boven
> terug

Het onstaan van ornamenten

In de 18e eeuw begon men herbariumvellen los te bewaren, wat een systematische ordening en latere herschikking naar nieuwe inzichten mogelijk maakte. Zo werd het ook mogelijk om exemplaren uit te lenen en duplicaten te ruilen. Daarmee was niet meer onmiddellijk duidelijk wie de eigenaar van een exemplaar was. Dit is misschien de reden waarom men gedrukte ornamenten op de vellen aanbracht, die als een ex libris door de eigenaar gebruikt werden. Dezelfde eigenaar gebruikte verschillende modellen. Het was dus eigenlijk een soort 'oppimpen' in de 18e eeuw.
Het gebruik van deze ornamenten bij herbaria is van Nederlandse origine. Het begin van deze traditie ligt vermoedelijk zo rond 1710. Aan het eind van de 18e eeuw raakten de ornamenten in onbruik, ze waren niet langer in de mode. (Werden het daarna al gelijk genummerde collectie-series?)
> naar boven
> terug

De gebruikers van ornamenten
Ornamenten zijn bekend van de volgende personen, naast George Clifford (voor meer informatie over deze personen, zie ook 'wie is wie':
Herman Boerhaave (1668-1738) - hoogleraar in Leiden
Johannes Burman (vader) (1706-1779)– botanicus Hortus Amsterdam
Nicolaas Laurens Burman (zoon) - botanicus Hortus Amsterdam
Adriaan van Royen (oom) (1704-1779) – botanicus Hortus Leiden. Unieke urnen met monogram AVR.
David van Royen (neef) - botanicus Hortus Leiden. Hij gebruikte unieke urnen met zijn monogram DVR.
Nicolaas Meerburgh – hortulanus (beheerder) Hortus in Leiden
David de Gorter – botanicus Atheneum Hardewijk
Christiaan Kleynhoff – arts en verzamelaar voor Burman in Batavia
Maarten Houttuyn (1720-1798) – arts, natuurhistorisch publicist en particuliere verzamelaar in Amsterdam.
Carl Linnaeus – heeft gebruik meegenomen uit Nederland
Albrecht von Haller – Basel, gepromoveerd in Nederland
Gronovius, Jan Frederik, er zijn exemplaren met handschrift Gronovius (vooral in BM). Er zijn ook bloempotten met monogram J.F.G.
> naar boven
> terug

Hoe werden de ornamenten gemaakt en gebruikt?
De verschillende ornamenten – potten, wimpels, medaillons, plakstroken, etiketten - werden in vellen gedrukt. De koperen platen gingen niet lang mee en slechts een paar honderd vellen konden er per etsplaat worden gefabriceerd. Toch moeten er duizenden vellen, etsen en gravures gedrukt zijn. Helaas zijn slechts enkele onverknipte vellen bewaard gebleven. De weinige gave vellen geven veel informatie.
Leiden bezit enkele complete vellen van Adriaan Van Royen. Hierop maken de ontwerper Hieronymus van de My (1687-1761) en de graveur Johannes van der Speyk (1696-1763) zich bekend.

Klik om te vergroten
klik om te vergroten Een van de vazen (hier afgebeeld), alleen bekend van de Clifford collecties, is gemaakt door Jacobus Schijnvoet in de stijl van Daniël Marot (1661-1752). Deze vaas is echter niet aangetroffen op de collecties in Wageningen, maar alleen op materiaal aanwezig in het Natural History Museum, Londen. Een orginele ets van deze vaas bevindt zich in de collectie van Prof. Lunsingh Scheurleer uit Leiden, nu opgenomen in het prentenkabinet van Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam.
klik om te vergroten

Ook de urn met de twee saterkoppen, wel aanwezig in de collecties te Wageningen, is alleen bekend van de Clifford collecties.
> naar boven
> terug